F. Bordewijk: Karakter, 1938.

Ieder boek dat je leest, plooit zich naar de tijd waarin je het leest. En zo las ik Karakterde magistrale roman van Bordewijk uit 1938, ineens niet als een boek over hoe je door hard werken op kunt klimmen, hoe je als zoon vermorzeld kan raken tussen je vader en je moeder of over het vooroorlogse Rotterdam, maar als een boek over het feminisme. Het boek gaat over Jacob Willem Katadreuffe, onwettig zoon van de deurwaarder Dreverhaven, die de naam van zijn moeder, de handwerkvrouw Katadreuffe aanneemt, en die op zekere leeftijd ineens tot grote ambitie wordt gedreven en zich dan, ondanks allerlei tegenwerking van zijn vader en kennelijke desinteresse van zijn moeder met hard werken weet op te werken tot advocaat. Maar op de achtergrond speelt de hele tijd de vraag een rol of en hoe vrouwen en mannen van elkaar verschillen, en vooral: wat dit betekent voor het werk.

In opkomst

Karakter speelt zich af in het interbellum, althans de periode waarin men zich 'na de Oorlog' waande. Het is ook de periode waarin vrouwen een plaats krijgen op de werkvloer: van de vier advocaten op het kantoor waar Katadreuffe wordt aangenomen is één vrouw. Al wordt zij daarover door haar mannelijke collega's geregeld in de maling genomen – collega's die zich als het feest is in de armen van 'lichte vrouwen' werpen –, die ene vrouw weet haar mannetje te staan. Zoals ook de telefoon op kantoor wordt aangenomen door een vrouw, hoewel de baas eigenlijk vindt dat zulk werk door een man gedaan moet worden. Die baas blijkt overigens een vrouw te hebben die beter auto's bestuurt dan de mannen. Het zijn kleine details, maar als je er op gaat letten, worden er heel veel van dit soort kleine verwijzingen door het boek gestrooid. Hoe ironisch de mannen ook doen, hoe zeer ook Katadreuffe zich zijns ondanks bewust is van de vrouwelijkheid van zijn vrouwelijke collega's, de vrouwen zijn onmiskenbaar in opkomst.

Communistische bijeenkomsten

Dat levert nieuwe problemen op. De aantrekkingskracht tussen man en vrouw blijft onmiskenbaar bestaan. De schrijver maakt expliciet dat er een grote aantrekkingskracht bestaat tussen Katadreuffe en de enige vrouw die op het advocatenkantoor hoger staat dan hij: Lorna te George. Omdat Katadreuffe de verhouding alleen zakelijk wil zien, laat hij zijn kans voorbijgaan. Katadreuffe kán alleen vrouwen op zijn werk tegenkomen, maar die vrouwen zijn doordat ze collega's zijn, ook onbereikbaar. En zo maakt het kapitalisme menselijke verhoudingen kapot – de enige mogelijke verhoudingen zijn werkverhoudingen. Tegelijkertijd heeft Katadreuffes vriend, de communist Jan Maan, grote problemen met vrouwen en lijken alle communistische bijeenkomsten alleen door mannen bezocht te worden.

Gelukkiger

Bij mijn weten is dit een dimensie waar nog niet veel over gezegd is – niet in het kader van Karakter, maar eigenlijk ook niet in de werkelijke wereld. Dat Ferdinand Bordewijk zijn vrouw Johanna, die componiste was, zijn leven lang stimuleerde en graag met haar samenwerkte, zoals blijkt uit een recente dubbelbiografie, laat zien dat het feministische draadje er niet zomaar in zit. Het moet een kwestie zijn geweest die hem, zelf ook werkzaam in de mannenwereld van de advocatuur, interesseerde. Dat iedereen ging werken, mannen en vrouwen, en dat iedereen zo hard mogelijk ging werken, is natuurlijk in het belang geweest van het kapitalistische systeem. Maar zijn we er ook gelukkiger van geworden? En had het anders gekund?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.