Arthur Conan Doyle. A study in scarlet. 1887.

Dit eerste boek over Sherlock Holmes is een totale mislukking, en dat op een interessante manier: het laat zien hoe een genre ontstaat.

In dit boek ontmoet Dr. Watson zijn kamergenoot Holmes voor de eerste keer, en is er meteen getuige van hoe deze een moord oplost. Een man ligt badend in andersman bloed dood in een kamer, en uit de omstandigheden ter plekke (het stof, de manier waarop het woord RACHE in bloed op de muur is geschreven, en dat soort details) leidt Holmes binnen de kortste keren af wat er aan de hand is: de man moet een Mormoon geweest zijn die zich vergrepen heeft aan een jong meisje. Dit was een wraakneming door de man een vergiftigde pil te laten slikken. Holmes blijkt ineens zelfs de naam van de man te weten.

Dat is de eerste reden waarom A study in Scarlet mislukt is: Holmes blijkt wanneer hij het raadsel ontsluiert ineens over allerlei kennis te beschikken waarover jij als lezer niet beschikt. Dat voelt als verraad. De tweede reden is dat er onmiddellijk nadat Holmes de identiteit van de dader onthuld heeft (zonder te zeggen waarom hij dat weet) ineens vele hoofdstukken lang het verhaal van de Mormoonse gemeenschap wordt verteld, zonder dat je op dat moment weet wat dit alles te maken heeft met wat er in Londen is gebeurd. Dat wil je op dat moment helemaal niet weten! Ik niet, in ieder geval – ik wil weten hoe Holmes het allemaal heeft gedaan.

Tegelijkertijd kun je zien waarom Conan Doyle toch op die onthulling door is gegaan. Holmes is meteen een zeer interessante figuur: iemand die alles op alles heeft gezet om misdaden op te lossen; hij is niet alleen heel intelligent met zijn deducties, maar hij beschikt ook over specifieke encyclopedische kennis op het gebied van de geschiedenis van de misdaad, ongeveer zoals een schaakgrootmeester duizenden openingen kent. Andere zaken interesseren hem niet: Watson komt erachter dat Holmes eigenlijk niet weet dat de aarde om de zon draait, en dat hem dit ook niets uitmaakt. Daar valt toch nooit een misdaad mee op te lossen.

Holmes is daarmee een prototypische beroepsidioot – zijn enige andere activiteit is vioolspelen, dat hij gebruikt om na te denken. Ik ken de literatuur op dit vlak niet, maar ik kan me voorstellen dat hij wat dit betreft misschien wel een van de eerste is. Openlijke eer kan hem daarbij nog niet eens zoveel schelen – die gaat uiteindelijk naar de wat suffe politieagenten die op de zaak zaten.

Die man, daar zat meer in, moet Conan Doyle gevoeld hebben. En toch heeft hij hem uit A study in scarlet gered.

Download van Gutenberg.

Reacties

Leuk om te lezen dat je ongeveer dezelfde reactie had als ik destijds (zie mijn bespreking uit 2011)! Ik vond het vooral grappig als curiositeit, maar niet bepaald een meesterwerk van misdaadliteratuur.

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.