Piet Gerbrandy. De poëzie van Hans Faverey. Rimburg: Huis Clos, 2013.

Dat poëzie iets met ritueel te maken heeft, daar valt van alles voor te zeggen. In dit fraai uitgegeven essay pleit Piet Gerbrandy ervoor bij het lezen van Hans Faverey.

Om dat pleidooi te begrijpen moet je wel inzien dat Gerbrandy een wat eigenaardige definitie van het begrip 'ritueel' hanteert. Hij gaat in ieder geval niet uit van het idee van Frits Staal dat een ritueel een verzameling strak geplande gemeenschappelijke handelingen is zonder betekenis. Sterker nog, geen enkele van deze eigenschappen erkent hij als essentieel. Dat zou ook vreemd zijn voor een zo eigenzinnige, individualistische, grillige dichter als Faverey.

In plaats daarvan volgt Gerbrandy de Nieuw-Zeelandse antropoloog Michael Jackson, die in het ritueel een kleine modelwereld ziet die de mens kan manipuleren en die hem helpt daarom het leven beheersbaar en zinvol te maken. Zo'n ritueel kan ook een privé-ritueel zijn (een woord dat Gerbrandy inderdaad ook een keer gebruikt), iets dat alleen van de dichter is.

Ik moet toegeven dat het me enige tijd kostte om dit in te zien, en toen om aan dat idee te wennen. Ik bleef dat hele idee van een ritueel zonder regels en zonder gemeenschap een beetje belachelijk vinden. Maar inmiddels zie ik in dat die ideeën van die Jackson – zijn boeken zijn bij de bibliobliotheken van de twee academische instellingen waar ik werk niet bepaald in ruime mate voorhanden – mogelijk heel interessant zijn.

En dat opende vervolgens voor mij ineens de voor mij anderszins moeilijk toegankelijke wereld van Favereys poëzie. Gerbrandy beschrijft ergens aan het begin van dit boekje, en nog eens ergens aan het eind, een reactie op deze poëzie die hij kennelijk kenmerkend vindt: een van onmiddellijk aangestoken worden door enthousiasme voor de prachtige beelden en taal en wat niet al. Die reactie heb ik nooit gehad. Maar ineens zie ik er veel meer in, en iets ontroerends of interessants: de man die de wereld al dan niet wanhopig probeert in een model te zetten om er

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.