Javier Marías. De verliefden. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 2012. (Los enamoramientos, 2011).

Vertaling Aline Glastra van Loon

Een boek dat de verliefden heet, maar dat net zo goed de toevallige voorbijgangers zou kunnen heten, dat is al een aardige karakterisering van deze roman van Javier Marías. Het enige wat er dan nog bij hoort: dat los enamoramientos in het Spaans behalve de verliefden kennelijk ook de verpletterden kan heten.

María Dolz, de hoofdpersoon in deze roman, is een echte toevallige voorbijganger in allerlei levens. Ze is redacteur bij een literaire uitgever, en de auteurs behandelen haar niet veel beter dan als iemand die ze af en toe om een boodschap kunnen sturen. 's Ochtends bij het ontbijt in een café observeert ze altijd een gelukkig stel, waarvan op zeker moment de man ineens in een zinloze actie doodgeslagen lijkt te zijn, of vermoord. Uiteindelijk krijgt ze een relatie met de beste vriend van die man, Javier. Althans, een relatie: zij is verliefd op hem, althans, dat houdt ze zichzelf voor, maar voor hem is zij niet meer dan een toevallige voorbijganger. Hijzelf zit achter de vrouw van de vermoorde man aan.

Gaandeweg begint María in dit boek van Javier Marías in de gaten te krijgen dat Javier meer weet over de doodslag of de moord. En dat Miguel, de vermoorde, misschien wel verplettert is onder zijn liefde. Of misschien ook niet. Maar ze grijpt niet in, ze blijft een voorbijganger.

Kun je iemand anders begrijpen? Kun je jezelf begrijpen? En wanneer je iets begrijpt, kun je daar dan naar handelen? Is ons leven slechts een mooi verhaal, slechts literatuur?  Dat zijn maar een paar vragen die Marías aan de lezer stelt. Ik heb geloof ik nog nooit een roman gelezen waarin zo uitvoerig andere romans worden naverteld door de personages (Kolonel Chabert van Balzac en De drie musketiers van Dumas). Tegelijkertijd zijn de personages in zekere zin ook romanpersonages voor elkaar: behalve de twee geliefden heeft niemand echt oog te hebben voor een ander; en wie 'de twee geliefden' zijn, dat verandert de hele tijd. Ook María heeft alleen oog voor Javier wanneer en zolang ze verliefd op hem is, of denkt dat te zijn. Andere mannen gebruikt ze alleen als amusement, zoals je een roman pakt: je kijkt wat de mensen doen, het raakt je niet en je begrijpt het uiteindelijk ook niet echt.

Hier zijn nog een paar vragen: wil niet iedereen af en toe een geliefde dood, omdat dit de problemen wel op een heel makkelijke manier zou oplossen? En hebben mensen niet het recht om over hun eigen dood te beslissen? En als ze dan dood zijn, hebben ze dan nog het recht om te verwachten dat ze waardig worden afgebeeld, bijvoorbeeld in de krant? Zijn de doden meer dan romanfiguren die we ooit weer zullen vergeten?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.