Nick Hornby. Juliet, Naked. Riverhead books, 2009.

Nick Hornby is het duidelijkste voorbeeld van een feel good-schrijver. De strekking van Juliet, naked is bijvoorbeeld niet speciaal opwekkend – het boek laat toch vooral zien hoe vergeefs ons aller streven is en het happy end is wel het allerongeloofwaardigste deel van het boek. En toch knapt de lezer enorm op van dit boek, zoals van al Hornby's boeken.

Dat komt natuurlijk door Hornby's tomeloze enthousiasme. Het boek gaat deels over een fan, een Engelse man die een groot deel van zijn leven heeft gewijd aan een Amerikaanse rockster die ermee opgehouden is (voor een ander deel gaat het over die rockster, en voor nog weer een ander deel over de vrouw van de fan die een relatie begint met de rockster). Met die fan wordt weliswaar de spot gedreven – hij zoekt van alles achter het werk dat er helemaal niet in blijkt te zitten – maar tegelijkertijd is Hornby zelf ook in alles wat hij doet een fan. Hij houdt van Charles Dickens en dus leest de rockster Charles Dickens.

Je hoeft die voorkeuren helemaal niet te delen. Ik houd niet speciaal van voetbal of rockmuziek en ben in ieder geval niet geobsedeerd door Charles Dickes; en door Hornby te lezen is mijn liefde ook niet groter geworden. Maar je raakt door het redeloze enthousiasme zelf aangeraakt, en door de Britse relativerende humor.

Het leven, ach, het leven. We moeten er ons maar doorheen slaan en vooral beseffen dat er allerlei prachtige dingen zijn die ons helpen bij dat ons erdoorheen slaan. Mooie boeken, bijvoorbeeld.





Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.