Arnon Grunberg. De man zonder ziekte. Amsterdam: Nijgh en Van Ditmar, 2012.

Een levende schrijver van nabij volgen is extra spannend. Behalve dat ieder boek op zich een avontuur biedt, heb je nog een ander avontuur: de ontwikkeling van iemand die je natuurlijk niet echt kent, maar die je zich langzaam ziet ontvouwen: wat voor boeken gaat hij nu schrijven? Wordt hij beter of kachelt hij achteruit?

Ik volg niet veel schrijvers, maar Grunberg is er een van. Toen zijn eerste boeken verschenen, begreep ik eerlijk gezegd niet goed waarom hij zoveel opzien baarde. Ik vond Blauwe maandagen en Figuranten vooral getuigen van mateloze verveling.

In de loop der jaren is Grunberg gaan strijden tegen die verveling op een succesvolle manier: door zijn wereld groter te trekken, uitstapjes te maken naar Afganisatan, Bolivia, Kenia en waar al niet. Door zich serieus bezig te houden met wat daar gebeurt.

In veel van zijn meest recente romans gaat het over een man die uit de onschuld en de verveling van het westen komt en geconfronteerd wordt met de gore corruptheid van de wereld &mdash: Tirza is daar het beroemdste voorbeeld van. Dit nieuwe boek, De man zonder ziekte, zet een extra stap: die verrotte wereld zit misschien ook wel in de saaie man zelf.

Dat is op zichzelf misschien geen verrassende gedachte, maar Grunberg werkt hem uit in een sprankelend verhaal. In een recensie in de NRC wijst Arjen Fortuin op overeenkomsten met het werk van Kafka, maar die haalde ik er eerlijk gezegd zelfs nadat ik de recensie gelezen had, nog niet uit. Althans, ik begrijp wel dat er een oppervlakkige vergelijking mogelijk is met Het proces, maar in mijn ogen kom je niet erg ver met die vergelijking: terwijl Josef K. vooral voortgedreven wordt door zijn eigen onnozelheid en braafheid, gaat Sam uiteindelijk vooral ten gronde aan zijn eigen corruptie.

Ik zou wel op een andere overeenkomst willen wijzen: die met de film Scarface, waarvan Grunberg volgens mij al eens heeft gezegd dat het zijn lievelingsfilm is. Een heel simpele overeenkomst is al dat Grunbergs man zonder ziekte een beschadigde neus overhoudt aan zijn eerste confrontatie met de Iraakse politie. Maar ook verder is het een verhaal van iemand, een reiziger, die steeds dieper zinkt in een poel van geweld en ellende.

Dit boek wordt allerwegen bejubeld, en dat lijkt me terecht. Ik kijk nu al uit naar Grunbergs volgende boek.

Reacties

Woordenaar zei…
Ik moest aan Iemand, niemand en honderdduizend van Luigi Pirandello denken bij lezing, dat ik ooit las omdat Grunberg er een recensie over schreef. Kafka is inderdaad ook bij mij opgekomen
Gerard zei…
Ik ben wat kritischer. De boosheid van Grunberg op het type 'Sam' zit de romanschrijver mijns inziens teveel in de weg. Doordat de vertelstijl ogenschijnlijk erg afstandelijk en uitgebeend is, moet de verteller kunstgrepen gebruiken om zijn kritiek op Sam (en Nina, en Sam's moeder enz) kwijt te kunnen. Lees: http://glbgs.wordpress.com/2012/06/16/arnon-grunberg-de-man-zonder-ziekte/

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.