Piergiorgio Odifreddo. Caro papa, ti scrivo. Milano: Mondadori, 2011

Geachte heer Odifreddo,

Het is een sympathieke vorm die u gekozen hebt voor uw laatste boek Caro papa, ti scrivo: een brief aan de paus. U hebt zijn boeken genomen, vooral een inleiding in het christendom die hij enkele decennia geleden schreef en zijn boek over Jezus van enkele jaren geleden en u neemt deze als het uitgangspunt van een dialoog. U citeert Ratzingers boeken en u geeft er uitgebreid commentaar op. U doet dat respectvol maar duidelijk en in een prettig leesbare stijl.

U gelooft niet, sterker nog u bent een van de beroemdste ongelovigen van Italië, een soort Richard Dawkins of Christopher Hitchens van dat land. Net als die twee bent u zeer sterk tegen het geloof gekant en u gebruikt vooral veel argumenten uit de wetenschap; in uw geval vooral de wiskunde, uw eigen vak. Op het omslag van uw boek staat: En net als uw Britse tegenhangers kan ik het, die al mijn hele leven ongelovig ben, maar niet echt eens worden.

Mijn eigen bezwaar tegen het georganiseerde christendom, en met name het katholicisme, uw is dat het zo absoluut is: het meent op gronden die ik niet kan volgen dat het de absolute waarheid meent in pacht te hebben. De Kerk weet hoe het zit. Dat correspondeert helemaal niet met mijn levensgevoel; ik heb het idee dat ik voortdurend in het duister tast, dat ik ergens in een gigantisch woud verkeer en dat ik om me heen misschien wel een paar centimeter min of meer kan zien, maar dat het daaromheen al snel volkomen donker wordt.

U lijkt in dit opzicht echter veel meer op de paus dan op mij. U deelt met de paus het idee dat u de waarheid kent — een abstracte waarheid die zich op grote afstand bevindt van de zintuiglijke waarneming.

U hebt dat idee allebei van Plato, zoals u zelf ook min of meer zegt. Plato geloofde dat er een abstracte waarheid was en dat deze te kennen was voorbehouden aan een elite. Zowel paus Ratzinger als wiskundige Odifreddo menen deze werkelijkheid te kennen — alleen ziet deze er voor u beiden totaal verschillend uit, ziedaar uw verschil van mening.

U probeert Ratzinger en de lezer er vervolgens van te overtuigen dat de Platonische werkelijkheid van de wis- en natuurkunde de enige echte is. Ik denk dat u ook wel weet dat u de paus, die weer een heel andere werkelijkheid achter de onze ziet, nooit zult overtuigen. Maar ook deze lezer overtuigt u niet. Ik ben een wetenschapper, ik heb een heilig ontzag voor de wetenschap, ik vind dat de mens met die wetenschap een grote krachtige schijnwerper heeft gemaakt, die wel enkele decimeters het bos in wijst in een bepaalde richting. Maar andere kanten wijst hij niet op en ook de richting waarin hij wijst blijft raadselachtig.

Ik ben geen katholiek en ik denk niet dat ik dat ooit zal worden. Maar ik heb eigenlijk niet het idee dat de paus het verkeerd ziet, ik denk dat hij in geloofszaken op zijn manier gelijk heeft. Misschien ben ik eigenlijk ook geen atheïst, maar meer een polytheïst, ik erken vele goden, die allemaal stukjes van de waarheid te bieden hebben. Die ene grote abstracte transcedente waarheid die daarachter steekt, die zien anderen misschien wel, en die is er misschien ook wel, maar voor mij is hij altijd verborgen. En zo blijft uw mooie brief aan Ratzinger er toch een van iemand die ongelijk heeft aan iemand anders die het omgekeerde gelooft en toch ook ongelijk heeft. Laten we met zijn allen over dit soort dingen blijven schrijven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.