Jean Racine. Andromaque. Paris: Larousse, 2008 (1667)

Jean Racine. Andromaque Net zoals iedereen, ken ik natuurlijk een aantal vreemde snuiters. Een van hen kent alleen zeventiende-eeuws Frans, omdat het enige dat hem interesseert de taal is van Corneille en Racine.

Zelf heb ik tot nu toe een vooroordeel tegen die schrijvers gehad. Mijn idee was in de eerste plaats dat ze allebei hetzelfde waren, en in de tweede plaats dat ze droog waren, klassiek, alleen gericht op allerlei veel te strenge vormeisen, zodat hun stukken klassiekers waren, maar weinig menselijk..

Nu ik Andromaque gelezen heb, weet ik dat dit in ieder geval niet waar is voor Racine. .

Wat een ingewikkeld psychologische spel spelen de personages in de alexandrijnen van dit stuk! Er is een keten van verliefdheden: Orestes houdt van Hermione, Hermione houdt van Pyrrhus, Pyrrhus houdt van Andromaque. En ieder probeert degene die van hem of haar houdt zodanig te manipuleren dat er een grotere kans is dat degene van wie hij of zij zelf houdt zijn of haar liefde zal verleggen. Ieder speelt zijn eigen slimme spelletje om de liefde te krijgen op wie hij hoopt, en het einde van het liedje is dat er twee dood zijn en minstens één gekgeworden. Alleen Andromaque, degene die bovenaan de keten stond en alleen nog houdt van haar dode man, de Trojaanse held Hector, komt relatief onbeschadigd uit de tragedie, of althans, ze raakt niet meer beschadigd dan ze door haar oorlogstrauma (de vernietiging van haar vaderstad Troje) aan het begin al was.
Er wordt in troebel zielenleven gevist in Andromaque en tegelijkertijd is de vorm heel helder. Je hebt he-le-maal geen last van de strakke conventies van eenheid van ruimte, tijd en plaats, integendeel, die conventies zitten het stuk als gegoten. Ook de taal is helemaal niet kunstmatig of opgesmukt, maar geeft de verwarring waarin zo ongeveer iedereen in dit stuk permanent verkeert op een prachtige manier weer. .

Ah, Jean Racine. Ik geloof niet dat hij in Nederland vaak wordt opgevoerd, en dat is jammer. Op internet lees ik dat Corneille veel meer voldoet aan het (veel te klassieke) beeld dat ik altijd van allebei die schrijvers had. Maar misschien moet ik zelfs Corneille maar eens proberen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.