Multatuli. Max Havelaar. Of: De koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy.Project Gutenberg, 2004. (1859)

Multatuli. Max Havelaar Hoe vaak heb ik Max Havelaar gelezen? Ik denk minstens een keer of zes. Maar de laatste keer is alweer minstens acht jaar geleden en dat is jammer, want het is een van de levendigste boeken die ik ken. Om allerlei redenen - het boek is 150 jaar geleden verschenen en de kranten besteden er weer aandacht aan, ik ben e-books aan het lezen en dit boek was de eerste Nederlandse roman die in elektronische versie verscheen, enz. - besloot ik het nu weer te lezen.

Zoals dat gaat: het bleek toch weer rijker dat ik me herinnerde. Zo heb ik eerder geloof ik altijd wat sneller heengelezen over de passages waarin precies wordt uiteengezet hoe Max Havelaar ook in eerdere betrekkingen in Nederlands-Indië, dan zijn baan als assistent-resident van Lebak al onheus bejegend werd door de regering. Nu beken ik dat ik ook nu nog moeite had om precies te volgen hoe dat nu allemaal precies zat, maar ik vond die passages nu toch ook interessant. Wat weet ik toch eigenlijk veel niet over hoe dat zat met die Nederlandse aanwezigheid in dat grote land.

Het boek is ook duidelijker antikolonialistisch dan ik me herinnerde. Natuurlijk, de misstand die in het grootste detail beschreven wordt is dat Inlandse hoofden wordt toegestaan hun bevolking uit te zuigen. Maar je kunt dat ook zien als een manier om de boodschap aanvaardbaarder te maken voor de Nederlandse lezer, en je hoeft niet zo heel goed te kunnen lezen om te zien dat het Nederlands bestuur en vooral het militaire bewind (een dorp is door de Nederlanders aangevallen en staat dus in brand)
ook hard wordt aangeklaagd. Op de een of andere manier had ik dat goede lezen bij een vorige beurt kennelijk achterwege gelaten.

Maar af en toe heb ik ook aan Connie Palmen gedacht. Een paar weken geleden las ik haar essay Het geluk van de eenzaamheid en ik was er niet van onder de indruk. Toch blijkt zich nu een idee uit dat boek in mijn hoofd te hebben vastgezet. Palmen denkt dat alle (goede) literatuur gaat over de manier waarop wij mensen de hele tijd fictie maken van ons leven, om er zin aan te geven, omdat we anders niet kunnen. Er zijn vast verhalen te vinden waarvoor deze stelling van Palmen niet opgaat, maar Max Havelaar is vanaf de eerste tot de laatste bladzijde een uitstekende illustratie bij haar stelling. Tot in de kleinste details gaat het boek over de vraag hoe de waarheid te vertellen. Werkelijk iedere willekeurige zin verhaalt over de manier waarop iedereen de hele tijd zijn eigen waarheid verzint en daar ook onmiddellijk in gelooft. Het mooiste detail: de beschrijving van het huis van de familie Havelaar, die wordt gegeven in een quasi-wiskundige vorm van een raster waarbij voor ieder vakje wordt beschreven wat daar gebeurt.

Het is lange tijd dat ik Max Havelaar gelezen heb, maar als ik het goedheb ben ik niet de enige. Ik heb het idee dat de Multatuli-verering in Nederland pakweg twintig jaar geleden groter was dan nu. Je las toen regelmatig columnisten en andere schrijvers die hun onversneden liefde voor de negentiende-eeuwer zongen. Misschien lees ik de verkeerde dingen, maar dat soort liefdesbetuigingen lees ik niet meer. Dat is onterecht, en misschien zelfs een slecht teken, want er is geloof ik toch echt geen betere schrijver in het Nederlands geweest dan Multatuli.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.