Virginia Woolf. A Room of One's Own. London: Penguin, 2000 (1928)

Virginia Woolf. A Room of One's Own.Hoe komt het dat vrouwen tot het begin van de twintigste eeuw nauwelijks grote literatuur schreven? Doordat ze geen eigen kamer hadden en onvoldoende eigen financiële middelen. Dat is de bijna marxistische slogan die Virginia Woolf in dit beroemde essay een aantal keer naar voren brengt. Maar wie doorleest, merkt dat de analyse veel complexer is.

A room of one's own is een essay dat voldoet aan het soort regels dat ik op school geleerd heb voor het essay: een persoonlijke gedachtegang wordt in prachtig Engels uiteengezet, en de schrijfster deinst er niet voor terug erbij te vertellen waar ze hoe op welke gedachte is gekomen en wat ze toen at, en evenmin is ze bang zichzelf tegen te spreken.

A room of one's own is prachtig.

Omdat vrouwen nooit de kans hebben gekregen te schrijven - Woolf bespreekt enkele prangende gevallen van Britse vrouwen die prachtig werk hadden kunnen leveren als de omstandigheden anders waren - is er ook geen traditie van vrouwelijk proza, van een ongedwongen vrouwelijke zin. Zo'n traditie moet nog helemaal worden opgebouwd, zegt Woolf, want vrouwen hebben niets aan de mannelijke traditie. Dat is een gewaagde stelling: want als vrouwen zo anders zijn dan mannen, hoe weten we dan zo zeker dat vrouwen überhaupt ooit kunnen schrijven?

Woolf levert zelf het bewijs, door weergaloze zinnen te schrijven:

I could not possibly go home, I reflected, and add as a serious contribution to the study of women and fiction that women have less hair on their bodies than men, or that the age of puberty among the South Sea Islanders is nine—or is it ninety?—even the handwriting had become in its distraction indecipherable.

En verder door een essay te schrijven over fictie, en daar dan fictie doorheen te vlechten. De zuster van Shakespeare zal nooit meer vergeten worden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.