Gerrit Krol. Duivelskermis. Roman. Amsterdam: Em. Querido, 2007.
En zo maakt het geheel een zeer hallucinerende indruk, die je gemakkelijk kunt vergelijken met het werk van Jeroen Bosch. Te gemakkelijk: want er zit meer in het boekje; Krollige humor bijvoorbeeld, die toch altijd weer droog en sterk de kop opsteekt:
Dat het een demon is waar je mee praat, zie je soms pas aan een spleet in zijn kop. Daarbinnen zie je allerlei rommel, die hij erin gestopt heeft om maar op een intellectueel te lijken: een paperclip, het dopje van een balpen, dat soort dingen.
Belangrijk in het boek is ook de verhouding tussen mannen en vrouwen, en dat dan op allerlei manieren. Op het omslag zie je een mannetje dat in de grote boezem van een grote vrouw verdwijnt — een bekend thema in Krols werk, zullen we maar zeggen. Maar er wordt ook geworsteld, en ergens komt ook, zonder uitleg, Valerie Solanas, ter sprake, als een vrouw die door een van de vriendinnen van de hoofdpersoon bewonderd wordt. Met Parkinson heeft dat allemaal natuurlijk weinig te maken — dit boek is rijker dan Parkinson.
Ik schreef hier al over meer werk van Gerrit Krol.
Reacties