Ian Buruma. Murder in Amsterdam. The death of Theo van Gogh and the limits of tolerance. London: Atlantic Books, 2006.

Ian Buruma is een bekende Engels-Amerikaanse essayist, maar ook een Nederlander. Zo iemand moest wel een boek schrijven over Nederland in de verwarrende periode. Iemand die er van een afstandje maar met een heleboel achtergrondkennis naar kijkt, iemand die de Nederlandse volksaard wel kent, maar er ook weer niet zo dicht bovenop zit dat hij overal bij betrokken is. Lang leve Ian Buruma, dus, dat hij 'zijn verantwoordelijkheid genomen heeft'.

Maar wat een teleurstellend resultaat. Buruma heeft een jaar in zijn vaderland geleefd en daar met de gebruikelijke mensen gesproken — Geert Wilders, Theodor Holman, Ahmed Aboutaleb — en komt eigenlijk ook niet veel verder dan wat algemene observaties. Een enkele keer probeert hij wel wat dieper te graven, maar dat overtuigt mij eigenlijk niet. Zo schrijft hij dat schuldgevoelens over wat er in de oorlog gebeurd is aan beide kanten een belangrijke rol speelden. Nu geeft hij daar ook enkele bizarre voorbeelden van — joden en NSB'ers als één scheldwoord gebruikt — maar het verklaart niet waarom het zestig jaar na dato ineens tot allerlei uitbarstingen zou komen.

Het soort verklaring dat ik eigenlijk nog nooit gelezen heb, is dat van de verveling. Ik begrijp wel dat het cynisch klinkt: de opkomst van een extreem-rechtse politicus, twee moorden, zeer verhitte debatten allerwege — en dat alles omdat men niets anders omhanden had? Natuurlijk waren er ook andere factoren — vooral van onbehagen, over 11 september, over de paarse kabinetten, over de immigratie. Maar ik zou geloof ik wel durven beweren dat al dat onbehagen in Nederland eigenlijk nog niet eens zo groot was, maar dat het zich in eerste instantie rond Pim Fortuyn kristalliseerde, omdat je je bij die man tenminste niet hoefde te vervelen, net zo min als bij Theo van Gogh. En dat in ieder geval jongens als Mohammed Bouyeri zich ook in de islam verdiepten om iets te doen te hebben. De jaren negentig waren voor veel mensen misschien wel wat saai, alles ging zo goed, iedereen was het in grote lijnen met elkaar eens. Wat je over de afgelopen jaren ook kunt zeggen, saai waren ze in ieder geval niet, voor Nederlandse begrippen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.