P William H. Calvin en Derek Bickerton. Lingua ex Machina. Reconciling Darwin and Chomsky with the Human Brain. Cambridge, MA: The MIT Press, 2001 (2000). Het boek is misschien wat te snel geschreven (er zitten feitelijke foutjes in, zoals dat er over Christiaen Huygens geschreven wordt als ware hij een Deen) en zou misschien wat beter uitgewerkt kunnen worden (het lijkt nu net alsof het taalvermogen voor een belangrijk deel gebaseerd zou zijn op het vermogen om nauwkeurig voorwerpen te kunnen gooien). Maar in de kern hebben de heren wel gelijk – namelijk dat het onzinnig is om net te doen alsof Darwinisme en Chomskyanisme niet met elkaar te verenigen zouden zijn – en het is interessant dat ze laten zien dat het zeker met het minimalisme wel kan. Dat idee had ik altijd al, en volgens mij de meeste van mijn collega's ook, maar het is aardig om dat eens een keer uitgewerkt te zien door twee intelligente schrijvers. En bovendien kun je dit soort wilde ideeën misschien het best op een dergelijke snelle manier brengen zonder je in eerste instantie veel te bekommeren om de empirie. Bovendien doet Bickerton zijn best aan het eind van het boek het minimalisme nog eens te herformuleren volgens principes die compatibel zouden zijn met de bevindingen elders in het boek. (Al begrijp ik dat niet helemaal: wat zijn nu precies de evolutionaire argumenten tegen 'Larsonian shells'?).
Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.
Met een vertaling van Ton Naaijkens. Dit is het verslag van een mislukking. Paul Celan is een groot dichter die ook in Nederland gerespecteerde liefhebbers heeft, en door een van hen, de hoogleraar Duits en vertaalwetenschap Ton Naaijkens, in het Nederlands is vertaald. Celans verhaal - dat van een Duitstalige Roemeense Jood die na de oorlog het Duits opnieuw moest uitvinden om een glimp de verschrikkingen op te kunnen schrijven - is indrukwekkend, en zijn Verzamelde gedichten zijn in het Nederlands ongehoord prachtig opgeschreven. Maar het boek ziet er ook uit als een brok geblakerd beton, en het is me niet gelukt om er doorheen te breken. Ik begrijp niet wat ik als lezer verondersteld wordt te doen met een gedicht als: Das umhergestossene Immer-Licht, lehmgelb, hinter Planetenhäupten Erfundene Blicke, Seh- narben, ins Raumschiff gekerbt, betteln im Erden- münder. (Het alle kanten op gestoten steeds licht, leemgeel, achter planetenhoofden. Bedachte blikken, kijk- krasse
Reacties