{P} Michael Newton. Savage Girls and Wild Boys. A History of Feral Children. London: Faber and Faber, 2002. Een prachtig onderwerp, maar een tegenvallend boek. Terwijl ik het aan het lezen was, ontwikkelde ik een steeds grotere antipathie tegen de schrijver die de hele tijd zo bezig is met het feit dat hij een boek aan het schrijven is, dat hij hier al tien jaar over doet. En die als hij over die kinderen schrijft, nog steeds niet over die kinderen schrijft, maar meer over wat de mensen om die kinderen heen allemaal van die kinderen dachten en vonden, over de 'verhalen' die er over die kinderen verteld werden, want Newton is heel erg een literatuurwetenschapper en als ik het goed aanvoel (ik ken die literatuur niet zo goed) nogal aangeraakt door postmoderne gedachten. Wat er nu echt met Kaspar Hauser en al die andere kinderen gebeurd is, lijkt hem bijvoorbeeld nauwelijks te interesseren. Nou ja, op het eind van zijn boek zegt hij heel even snel "for what it is worth" zijn eigen mening: hij denk dat het waar is wat bijvoorbeeld Kaspar Hauser zelf over zijn geschiedenis heeft verteld; maar meer zegt hij er ook niet over. Kenmerkend is dan ook de onhandigheid die hij beschrijft bij de enige keer dat hij zelf echt in contact kwam met zo'n 'wild kind'. Hij wil die kinderen niet zelf begrijpen, hij wil begrijpen wat mensen van die kinderen begrijpen. Tja.
Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.
Met een vertaling van Ton Naaijkens. Dit is het verslag van een mislukking. Paul Celan is een groot dichter die ook in Nederland gerespecteerde liefhebbers heeft, en door een van hen, de hoogleraar Duits en vertaalwetenschap Ton Naaijkens, in het Nederlands is vertaald. Celans verhaal - dat van een Duitstalige Roemeense Jood die na de oorlog het Duits opnieuw moest uitvinden om een glimp de verschrikkingen op te kunnen schrijven - is indrukwekkend, en zijn Verzamelde gedichten zijn in het Nederlands ongehoord prachtig opgeschreven. Maar het boek ziet er ook uit als een brok geblakerd beton, en het is me niet gelukt om er doorheen te breken. Ik begrijp niet wat ik als lezer verondersteld wordt te doen met een gedicht als: Das umhergestossene Immer-Licht, lehmgelb, hinter Planetenhäupten Erfundene Blicke, Seh- narben, ins Raumschiff gekerbt, betteln im Erden- münder. (Het alle kanten op gestoten steeds licht, leemgeel, achter planetenhoofden. Bedachte blikken, kijk- krasse
Reacties